De markt zit behoorlijk op slot. Starters krijgen geen kans en degenen die zouden moeten doorstromen, blijven zitten waar ze zitten. Vasthouden aan wat ze hebben, lijkt een beter alternatief dan de onzekerheid die je te wachten kan staan. Of ze kunnen geen kant op.

Waar hebben we het hier over? Dit zou zowel op de arbeidsmarkt als op de woningmarkt kunnen slaan. Twee onderwerpen waar nogal wat over te doen is, omdat het zo ontzettend veel mensen raakt. Al een tijdje zie ik grote overeenkomsten tussen beide markten, hoewel bepaalde factoren een tegengestelde werking hebben.

Aan de ene kant heb je de arbeidsmarkt die verstoord is omdat veel werkzoekenden te lang op zoek zijn naar ander werk terwijl werkgevers voor bepaalde functies niet de juiste persoon weten te vinden. Aan de andere kant heb je de woningmarkt waarbij veel mensen hun woning aan de straatstenen nog niet kwijt kunnen terwijl starters geen hypotheek krijgen, waarmee de ‘trein’ in beweging zou komen. Op beide markten staat de doorstroming onder druk waardoor de instroom stagneert. Mensen blijven zitten waar ze zitten omdat ze de vervolgstap niet kunnen of durven te zetten: woningbezitters omdat ze hun huidige woning niet verkocht krijgen, werknemers omdat de onzekerheid te groot is wanneer je van baan verandert, zelfs als die banen er in jouw sector wel zijn.

Vraag en aanbod zijn in beide gevallen groot – misschien zelfs even groot – maar toch weten ze elkaar niet te vinden. De reden? Voor de woningmarkt weten we wel wat er mis is gegaan: bij de banken kon het maar niet op, hypotheken werden verstrekt aan mensen voor wie dit eigenlijk boven hun inkomensgrens ging en huizenprijzen bleven stijgen. Woningen werden zo duur als de hypotheek die je bij de banken kon krijgen, tot het moment dat de crisis hier een stokje voor ging steken.

Maar ook arbeid is in Nederland duur geworden, en dan heb ik het niet alleen over de hoogste categorieën en de bonusvangers. Onze economie is gericht op groei, en dat geldt ook voor je loopbaan: in ons ‘systeem’ zit nog steeds ingebakken dat wij steeds een stapje omhoog – in functie en salaris – willen. Maar kan dit nog wel? Moeten we met ons allen niet een stapje terug?

De reactie van de woningmarkt is dat de prijzen van de woningen dalen. Op de arbeidsmarkt zie je nu hetzelfde gebeuren. Verschillende bedrijven hebben al aangekondigd dat de salarissen over de hele linie moeten dalen. Een vorm van demotie dus. Heel vervelend als je je leefpatroon hebt afgestemd op het hogere salaris, maar als ik zou moeten kiezen tussen ofwel baanbehoud met lager salaris, ofwel baanverlies zonder perspectief op ander werk, dan zou ik mij nog eens goed achter de oren krabben.

Wat je nu ook ziet, is dat steeds meer werkzoekenden bereid zijn om werk te accepteren onder ‘hun niveau’.
Dat wil zeggen: hun opleiding, ervaring, salariswensen, etc. Niet alle werkgevers staan echter met open armen klaar om jou als hoger opgeleide te ontvangen voor een functie op lager niveau. Mijn vermoeden is dat veel van hen hier huiverig tegenover staan: hoog opgeleiden willen een te hoog salaris, zien de lagere functie als een opstap en zijn dus snel weer weg, gaan zich vervelen, passen niet in het team, zijn slimmer dan de baas, enz. Daar komt bij dat er zoveel sollicitaties binnenkomen dat “er altijd wel iemand bij zit die aan het profiel voldoet.”

Wat doe je nu als je serieus bereid bent om werk onder je niveau te accepteren, omdat je echt graag aan het werk wilt en je je hier voor de volle 100% voor wilt inzetten?

Wat je in ieder geval niet moet doen, is ‘hongerig’ overkomen: in je sollicitatie melden dat je nog liever een lagere functie accepteert dan in de bijstand terecht te komen, zoals ik maandag zag tijdens een item op het nieuws voorbij zag komen. Wat dan wel? Een paar tips:

▪    Doe het alleen als je de functie echt ziet zitten en deze (een deel van) jouw capaciteiten aanspreekt. Anders wordt het een frustratie en in het ergste geval zelfs een burnout factor. En later terugkeren naar je oude niveau is niet zo gemakkelijk.
▪    Geef in je brief een goed inhoudelijk argument waarom je deze – lagere – functie ambieert.Doe dit in positieve termen, bijvoorbeeld: een uitvoerende functie past beter bij mij dan een managementfunctie.
▪    Herschrijf je cv door bepaalde informatie te minimaliseren: laat de te hoge opleiding weg, beschrijf bij je werkervaring alleen die verantwoordelijkheden die bij de lagere functie passen en laat bijvoorbeeld leidinggevende taken weg. Schrap echter geen functies, want dan creëer je een gat op je cv. Bijbanen en nevenactiviteiten kan je eventueel wel weglaten.
▪    Zeg geen dingen die niet waar zijn, want daar maak je het jezelf lastig mee.
▪    Zorg dat je, in het geval je wordt uitgenodigd voor een gesprek, goed voorbereid bent op de vraag: “Ben je niet te hoog opgeleid voor deze functie?”
▪    En heel belangrijk: laat zowel in je brief, je cv als in het gesprek zien dat jij degene bent die zij eigenlijk al die tijd al nodig hadden. Ofwel: maak het bedrijf ‘hongerig’ naar jouw expertise.

Op de profielpagina vind je meer informatie over deze professional.